Extrinsieke motivatie: wat is dat?
Wat bedoel je met extrinsieke motivatie? Extrinsieke motivatie is motivatie van buitenaf. Dat wil zeggen dat jouw medewerkers worden aangezet tot actie of in beweging komen door externe prikkels. We hebben twee soorten prikkels namelijk: straf of beloning. In dit artikel leg ik uit wat extrinsieke motivatie is.
Gedreven door straf of beloning
Medewerkers die extrinsiek gemotiveerd zijn worden gedreven door straf of beloning. Een paar voorbeelden:
- Er is hun een bonus of prestatiebeloning in het vooruitzicht gesteld (beloning) en daardoor gaan ze harder werken (zie ook: de relatie tussen motivatie, salaris en beloning).
- Ze zijn bang dat ze een reprimande krijgen omdat ze zich niet houden aan afspraken of voorschriften.
- Ze zijn bang dat ontslag dreigt wanneer ze de doelstelling of target niet halen.
Werkt extrinsieke motivatie?
Jazeker: straf of beloning werkt. Mensen die een bonus erbij kunnen verdienen, willen best een paar stappen harder lopen voor jouw organisatie. Medewerkers willen zich best houden aan afspraken omdat ze bang zijn voor een correctie door de leidinggevende. Je zult zeggen: dan is het toch oké? Wat is er dan mis mee?
Doe de leiderschapstest
Wil je inzicht in jouw natuurlijke stijl van leidinggeven (online test)? Wil je weten waar jouw individuele leiderschapskwaliteiten liggen? Wil je jouw persoonlijke ontwikkeldoelen leren kennen?
Training motiveren van medewerkers
Bekijk de training motiveren van medewerkers voor leidinggevenden en managers.
Wat zijn de nadelen van extrinsieke motivatie?
Extrinsiek gemotiveerde medewerkers:
- Doen hun werk omdat ze moeten of niet anders kunnen maar niet omdat ze erachter staan.
- Houden zich aan afspraken maar niet omdat ze zich daar aan gecommitteerd hebben.
- Zullen geen verantwoordelijkheid nemen voor hun werkzaamheden (terwijl ze de taken wel uitvoeren).
- Doen precies wat ze moeten doen om de straf te ontlopen of de beloning te verkrijgen maar zullen daarna ook geen stap harder lopen.
- Zijn gemotiveerd wanneer de leiding aanwezig is (maar laten dit niet zien wanneer de leiding afwezig is).
Hoe ontstaat extrinsieke motivatie?
Een belangrijke vraag is: hoe kan het dat medewerkers vooral extrinsiek gemotiveerd zijn en dat ze te weinig intrinsieke motivatie tonen? Het antwoord is vaak complex maar ik zie twee oorzaken die ik in organisaties het meest tegenkom.
De stijl van leidinggeven
Wanneer jij als leidinggevende vooral stuurt op doelen, targets en regels, ontstaat er een cultuur van moeten. Er is dan weinig ruimte voor eigen initiatief of eigenaarschap. Ik merk dat motivatie dan verschraalt tot: "ik doe het omdat het moet".
Mismatch tussen functie en persoon
Soms zit een medewerker in een rol die niet past bij zijn of haar kwaliteiten of interesses. Dan moet iemand zich voortdurend forceren en dat kost energie. In zulke situaties ontstaat motivatie vooral door externe prikkels: beloning of angst voor straf en niet vanuit passie of plezier.
Ik vind dat dit vaak de kern raakt: extrinsieke motivatie is meestal een symptoom van iets diepers. Het vraagt dus van jou als leidinggevende dat je verder kijkt en onderzoekt waar de werkelijke motivatiekloof vandaan komt.
Waarom moet er balans zijn tussen extrinsieke en intrinsieke motivatie?
Ik hoor vaak dat extrinsieke motivatie helemaal fout zou zijn. Dat klopt niet. Ik zie dat het juist een kwestie van balans is. Extrinsieke prikkels, zoals een bonus of een duidelijke deadline kunnen helpen om medewerkers in beweging te krijgen. Maar alleen daarop vertrouwen werkt niet.
Onderzoek laat zien dat extrinsieke motivatie vaak maar tijdelijk effect heeft. Zodra de beloning of de druk wegvalt, verdwijnt ook de motivatie. Intrinsieke motivatie daarentegen geeft duurzame energie omdat het werk aansluit bij iemands waarden, talenten en interesses. Ik vind dat je als leidinggevende beide vormen slim moet combineren. Gebruik extrinsieke motivatie als een startmotor maar bouw altijd verder op intrinsieke motivatie om het vuur brandend te houden.
Daarom zeg ik: extrinsieke motivatie is geen onzin maar het is gevaarlijk als je er te zwaar op leunt. De echte kunst van leiderschap is om de juiste balans te vinden.
Salaris motiveert niet, ongelijke beloning demotiveert wel
Ik merk dat veel leidinggevenden nog steeds denken dat salaris het middel is om medewerkers te motiveren. Maar ik vind dat een misverstand. Natuurlijk is salaris belangrijk: de schoorsteen moet roken en mensen willen hun basisbehoeften kunnen vervullen. Maar salaris op zichzelf motiveert niet op de lange termijn. Binnen enkele weken of maanden is iemand gewend aan een verhoging.
Wat ik wel vaak zie, is dat salaris en beloning een bron van frustratie worden wanneer er sprake is van ongelijkheid of onrechtvaardigheid. Ongelijke beloning, salarissen die niet marktconform zijn of het idee dat er met twee maten gemeten wordt, werkt demotiverend. Het ondermijnt vertrouwen en kan leiden tot spanningen, frustratie en zelfs vertrek van goede medewerkers.
Daarom zeg ik altijd: salaris is een middel, geen smeermiddel. Het kan nooit bevlogenheid of intrinsieke motivatie vervangen. Maar oneerlijke of ongelijke beloning werkt als een sluimerend gif in een organisatie. Wil je er meer over lezen? Kijk dan bij mijn artikel: motivatie, salaris en beloning.
Ongelijke beloning tengevolge van de fusie van twee gemeenten
Ik was betrokken bij een situatie die ik nooit ben vergeten. In 2006 fuseerden twee gemeenten en er kwam een nieuw organisatiemodel. Functiebeschrijvingen werden herzien maar één cruciaal punt werd vergeten: het gelijkschakelen van het beloningsbeleid.
Tien jaar later verdiende de HR-adviseur van gemeente A nog altijd 250 euro meer dan de HR-adviseur van gemeente B, terwijl ze hetzelfde werk deden. Pogingen om dit gelijk te trekken werden keer op keer afgewezen. Toen ik jaren later als teamcoach werd ingeschakeld bij een conflict, kwam dit verhaal steeds weer naar boven. Het was een bron van frustratie, jaloezie en wantrouwen.
Mijn conclusie is simpel: salaris motiveert niet. Maar onderbetaling of ongelijkheid in salaris demotiveert wel. En die demotivatie werkt door in het hele team, vaak jarenlang.
Praktijkvoorbeeld: de bonuscultuur en haar keerzijde
Ik zie in veel organisaties dat er gewerkt wordt met bonussen om medewerkers harder te laten lopen. In eerste instantie lijkt dit te werken: mensen zetten een tandje bij omdat er een beloning in het vooruitzicht ligt. Maar ik heb vaak gezien dat dit effect tijdelijk is. Zodra de bonus stopt of lager uitvalt dan verwacht, keldert ook de motivatie. Sterker nog: medewerkers voelen zich dan teleurgesteld en soms zelfs bedrogen.
Een voorbeeld uit mijn praktijk: een team dat jarenlang bonussen kreeg op basis van verkoopresultaten. Toen de markt verslechterde en de bonussen wegvielen, zakte de motivatie in. Medewerkers deden alleen nog het minimale. Wat ooit begon als een prikkel om te presteren, draaide uit op frustratie en wantrouwen. Dat is de keerzijde van een puur extrinsieke prikkel.
Bonussen werken in het begin vaak als een stimulans. Maar op den duur worden ze een verworven recht. En als de bonus vervolgens niet wordt uitgekeerd, ervaren medewerkers dat juist als een straf. Daarmee slaat de prikkel om in zijn tegendeel: in plaats van motivatie ontstaat frustratie en teleurstelling.
Daarom zeg ik: een bonus kan even werken als stimulans maar het kan nooit intrinsieke motivatie vervangen. Wil je betrokkenheid binnen je team? Dan moet je dieper graven: aansluiten bij de waarden, talenten en ambities van je mensen.
Targets dragen bij aan motivatie maar o wee als je ze niet haalt
Ik merk vaak dat doelstellingen en targets een dubbel effect hebben. Aan de ene kant geven ze richting: medewerkers weten waar ze naartoe werken. Aan de andere kant zie ik dat te hoge of te strakke targets juist stress en verlamming veroorzaken.
Onderzoek en ervaring laten zien dat verkopers die hun target halen vol zelfvertrouwen zitten. Maar zodra ze achterblijven kruipt twijfel omhoog en ontstaat het gevoel van falen. Ze zoeken verklaringen buiten zichzelf, de economie, de concurrentie, het gebrek aan marketing, terwijl ze minder aandacht besteden aan waar ze wél invloed op hebben: hun eigen gedrag en samenwerking.
Ik vind dat targets op zichzelf nooit genoeg zijn. Ze zijn een richtingaanwijzer, geen motor. Als leidinggevende moet je samen met je team de weg ernaartoe uitstippelen. Pas dan krijgen cijfers betekenis en werken ze ondersteunend in plaats van verlammend.
Lees hier meer over in mijn artikel: omzetdoelstellingen en targets.
Oorzaak en gevolg: de angstcultuur door straf
Ik zie vaak dat leidinggevenden vooral sturen met straf: dreigen met ontslag, reprimandes of negatieve beoordelingen. Op korte termijn lijkt dat te werken omdat mensen uit angst in beweging komen. Maar ik merk dat dit op de lange termijn funest is voor motivatie en werkplezier.
Het gevolg is dat er een angstcultuur ontstaat. Medewerkers gaan fouten verbergen in plaats van ze te bespreken. Innovatie en creativiteit verdwijnen omdat niemand risico’s meer durft te nemen. Ik vind dat dit een van de grootste valkuilen van extrinsieke motivatie is: je creëert volgzaamheid in plaats van eigenaarschap.
Daarom zeg ik: als je medewerkers alleen maar laat bewegen door angst voor straf dan bouw je geen gemotiveerd team. Je kweekt mensen die precies doen wat gevraagd wordt maar nooit meer dan dat. En dat is dodelijk voor ontwikkeling en groei.
Generatieverschillen in extrinsieke motivatie
Ik merk vaak dat motivatie ook verschilt per generatie. Jongere medewerkers, denk aan millennials en Generatie Z, zijn kritischer op hun werk. Voor hen is salaris slechts een basisvoorwaarde. Zij zoeken vooral zingeving, vrijheid en flexibiliteit. Ze willen voelen dat hun werk ertoe doet en dat ze bijdragen aan een groter geheel.
Oudere generaties daarentegen hechten vaak meer waarde aan zekerheid, loyaliteit en prestaties. Voor hen kan een goede beloning of vaste aanstelling wel motiverend zijn. Dat betekent niet dat de een beter is dan de ander: het vraagt van jou als leidinggevende dat je maatwerk levert.
Ik vind dat dit precies laat zien waarom extrinsieke motivatie niet in beton gegoten zit. Wat voor de een werkt kan de ander totaal koud laten. Jouw taak als leidinggevende is dus om scherp te kijken: wat drijft deze medewerker in deze fase van zijn of haar leven? Alleen dan kun je echt aansluiten.
Wat kun je eraan doen als leidinggevende?
Ik vind dat jouw eerste taak als leidinggevende is om te onderzoeken waar de motivatie van je medewerker vandaan komt. Wat drijft hem of haar? Waar komt iemand zijn bed voor uit? Ik merk vaak dat leidinggevenden deze vragen overslaan en meteen in oplossingen of sturing schieten. Terwijl juist hier de sleutel ligt.
Stel jezelf vragen als: Wat zet mijn medewerker echt in beweging? Is dat erkenning? Uitdaging? Ontwikkeling? Of juist rust en stabiliteit? Iedereen heeft zijn eigen behoeften en drijfveren. Ik denk dat het jouw rol is om die te ontdekken en daar ruimte voor te maken.
Daarnaast geloof ik dat betrokkenheid niet ontstaat door regels en controle maar door echt betrekken. Laat medewerkers meedenken, geef ze verantwoordelijkheid en maak duidelijk dat hun bijdrage ertoe doet. Hoe meer eigenaarschap iemand voelt, hoe groter de kans dat motivatie van binnenuit komt.
Daarom zeg ik: wil je betrokken medewerkers? Betrek ze er dan actief bij. Luister naar hun ideeën, gebruik hun talenten en geef ze perspectief. Alleen dan kun je de stap maken van extrinsieke naar intrinsieke motivatie.
Veelgestelde vragen over extrinsieke motivatie
Ik krijg vaak vragen van leidinggevenden over extrinsieke motivatie. Hieronder beantwoord ik de meest voorkomende vragen, zodat jij er direct mee aan de slag kunt.
Wat is het verschil tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie?
Ik zie dat veel leidinggevenden dit door elkaar halen. Kort gezegd: extrinsiek komt van buitenaf (beloning of straf), intrinsiek komt van binnenuit (passie en waarden).
Werkt extrinsieke motivatie echt?
Ja, het werkt zeker. Ik merk dat het vaak tijdelijk effect heeft: mensen doen wat nodig is om een beloning te krijgen of straf te vermijden. Maar zodra de prikkel verdwijnt, zakt de motivatie in.
Hoe herken ik dat mijn medewerker extrinsiek gemotiveerd is?
Je ziet het aan gedrag: iemand doet precies wat gevraagd wordt, maar neemt geen extra initiatief. De inzet is afhankelijk van controle of toezicht.
Wat zijn de nadelen van extrinsieke motivatie?
Ik vind dat de grootste valkuil is dat je volgzaamheid kweekt in plaats van eigenaarschap. Medewerkers doen hun werk omdat het moet, niet omdat ze er zelf achter staan.
Welke fouten maken leidinggevenden bij motivatie?
Dat heb ik uitgebreid beschreven in dit artikel: 10 missers bij motiveren van medewerkers.
Training motiveren van medewerkers
Bekijk de training motiveren van medewerkers voor leidinggevenden en managers.
Leerdoelen voor de training
Een aantal leerdoelen voor het motiveren van jouw medewerkers hebben we voor jou uitgewerkt.
Leerdoelen motiveren medewerkers
Auteur
Dit artikel is geschreven door Jan Stevens. Jan Stevens is eigenaar en oprichter van De Steven training & coaching (www.desteven.nl). Op deze website tref je meer dan 2000 blogs over persoonlijke ontwikkeling, loopbaan, leiderschap, teamontwikkeling, hoogsensitiviteit en hoogbegaafdheid.
Publicatiedatum: 25-01-2017